Nu wordt alleen nog de gewenste modus en de individuele vochtwaarde van de ruimtelucht (tussen 20% en 90% r.v.) ingesteld.
De BH30 meet per electronische vochtmeting de actuele luchtvochtigheid en vergelijkt deze met de individueel in te stellen luchtvochtigheids-waardes.
Bij overschrijden of onderschrijden van de ingestelde grenzen schakelt de hygrostaat het aangesloten apparaat, waarmee de luchtvochtigheid gereguleerd wordt, automatisch aan of uit: bijvoorbeeld een luchtbevochtiger bij te droge lucht aan en een luchtontvochtiger bij te lage luchtvochtigheid uit luchtvochtigheid: max. 95 % r.v.
Opslagvoorwaarden temperatuur: -10 °C tot +50 °C
Opslagvoorwaarden luchtvochtigheid: max. 80% r.v.